Zo serveer jij op de beste manier wijn aan jouw gasten

Wijn kennen wij als een luxe en bijzonder product, omdat geen enkele wijn hetzelfde is. De smaak is namelijk afhankelijk van de druif, het jaar, de temperatuur, de wijnmaker en ook wat je erbij eet. Zoals iedereen wel weet worden de druiven gemixt mer andere zaken zoals gist en suiker, wat ervoor zorgt dat er een alcoholische gisting ontstaat. De wijnen die jij thuis in wijnkoelkasten hebt staan, heeft eerst een tijd gerijpt in een tank of vat. Als je enige kennis hebt over wijn en een groot liefhebber bent, dan wil je uiteraard je gasten de beste wijnen laten proeven. Wist je dat het serveren van wijn best veel kennis vergt? Wees gerust, want wij benoemen in dit artikel de belangrijkste dingen die je moet weten.

Glas

Een wijnglas is een wijnglas zou je zeggen, maar dat is niet helemaal waar. De mate waarin een wijn zijn aroma’s laat vrijkomen is namelijk afhankelijk van het glas. Zo zorgen bijvoorbeeld naar binnen gebogen glazen en tulpglazen voor het laten vrijkomen van geuren. De wijnen uit je wijnkoelkasten zullen de meeste aroma’s en geuren vrijgeven aan je gasten als je het glas tot maximaal een derde vult.

Serveertemperaturen witte wijnen

Zoals je misschien wel wist heeft de temperatuur een groot effect op zowel de geur als de smaak van de wijn. Wanneer je niet beschikt over een wijnkoelkast- of klimaatkast, dan is het lastig om de wijn op de perfecte temperatuur te krijgen. Het beste is om de wijn in dat geval op een koudere temperatuur te serveren. Ook per type witte wijn verschillen de serveertemperaturen weer. Zo kunnen mousserende wijnen, Champagnes en licht zoete wijnen uit wijnkoelkasten het best geserveerd worden bij een temperatuur tussen de 6 en 10 graden Celsius. Een intense en romige witte wijn is daarbij beter af bij een temperatuur tussen de 10 en 14 graden Celsius. Een ezelsbruggetje hierbij is om meer verfijnde wijn minder koel te serveren.

Serveertemperaturen rode wijnen

Over het algemeen ligt de serveertemperatuur van rode wijnen lager dan van witte wijnen. Het tanninegehalte bepaalt de temperatuur. Hoe meer tannine de wijn bevat, des te warmer deze geschonken dient te worden. Let daarbij op dat de rode wijnen uit de wijnkoelkasten niet te warm geserveerd worden, want dan zullen enkel de aroma’s van alcohol naar boven komen. Zo kan een lichte en fruitige rode wijn het best geserveerd worden tussen de 12 en 14 graden Celsius. Een krachtigere en stevigere wijn dient geserveerd te worden bij een temperatuur van 16 tot 18 graden Celsius.